Bij een aankoppeleenheid rijdt de de gebruiker met zijn rolstoel tot achter de aankoppeleenheid en koppelt de eenheid aan de adapter op de rolstoel. Een aankoppeleenheid is uiterst geschikt voor het bereiden van oneffen terreinen en het nemen van hellingen. Hellingen tot 18 % kunnen gemakkelijk genomen worden. De snelheid bedraagt 2 tot 14 km per uur en is nauwkeurig en traploos te regelen. Daardoor is het ook mogelijk om in voetgangerspassages, markten … voorzichtig te rijden. De actieradius (de afstand die een voertuig kan afleggen zonder tussentijds van buiten af energie aan het voertuig toe te voegen) bedraagt tussen 25 en 30 km.
Een aankoppeleenheid kan een alternatief zijn voor een elektronische rolstoel of een scooter. Een aankoppeleenheid heeft als voordeel ten opzichte van de elektronische rolstoel of scooter dat:
De nadelen van de aankoppeleenheid ten opzichte van een elektronische rolstoel of scooter zijn:
Een trekeenheid kan gemakkelijk voor de rolstoel aan- en afgekoppeld worden. De trekeenheid trekt als het ware de rolstoel vooruit. Deze hulpmotor wordt vooral aangewend voor: