Op een tweezijdig manueel aangedreven rolstoel kan een motor aangebracht worden. De gebruiker van de rolstoel rijdt zoals met een gewone hoepelrolstoel. Het verschil is dat door het duwen op de hoepels de motor wordt gestart. Die levert een extra aandrijfkracht en ondersteunt het rijden.
Deze elektronische hoepelassistentie op de rolstoel biedt enerzijds een persoon met verminderde spierkracht de mogelijkheid om binnenshuis een manuele, gemakkelijk te manoeuvreren rolstoel te gebruiken. Anderzijds biedt hij een persoon met normale spierkracht de mogelijkheid om grotere afstanden af te leggen of om zich te verplaatsen op moeilijk terrein (vb. hellingen).